Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Door [38]de veelheid der kracht is mijn kleed [39]veranderd; [40]Hij omgordt mij als de [41]kraag mijns roks. 38. Te weten, die God tegen mij aanlegt om mijn lichaam met ongezondheid te ontstellen en te mismaken. 39. Te weten, door de vlekken van etter en bloed, vloeiende uit mijn gezwellen en verzweringen. 40. Namelijk, God. 41. Hebreeuws, de mond. De zin is, gelijk het opperste en het hol des roks, waardoor het hoofd gestoken wordt, alzo omgordt de Heere mijn lichaam met smarten.